De St. Jozefschool is een katholieke school. De katholieke identiteit uit zich onder andere door catecheseprojecten.
Alle kinderen doen mee met de projecten, maar belangrijke keuzes zijn geheel aan het kind en de ouders.
Speciale aandacht krijgt het kerkelijk jaar, waarbij wordt samengewerkt met parochie en ouders.
We accepteren en respecteren elkaars meningen, daarom zijn ook mensen met een andere geloofsovertuiging op onze school van harte welkom.
Wilt u meer weten over onze catechese projecten?      – Klik dan hier 

Levensbeschouwelijke identiteit

De maatschappelijke functie van het katholieke onderwijs is: het aanbieden van onderwijs en vorming. Vanzelfsprekend staan overdracht en het aanleren van vaardigheden in een school centraal.

De opvoeding is primair de taak van ouders. Maar er is een gebied waar onderwijs en opvoeding elkaar ontmoeten en overlappen: de vorming.

Informatie en kennis worden op school niet ‘zo maar’ aangeboden. We hebben, bewust maar vaak ook onbewust, waarden en normen die ook doorgegeven en aangeleerd worden.

Die eigenheid vinden we terug in de hele school: de inhoud van de lessen, de werkvormen, het klimaat en de regels die gelden.

Maar bovenal geldt dat voor de leerkrachten die, in de lessen en tijdens  het optreden tegenover leerlingen en ouders, de waarden overdragen.

Het zal duidelijk zijn dat de katholieke school haar bijzondere taak in deze tijd anders invult dan een aantal jaren geleden toen de ouders van nu nog leerlingen waren. Op het terrein van geloof en geloofsbeleving is veel veranderd en blijft er aan de basis ook veel veranderen.

De nogal eenzijdige overdracht van kennis en regels van vroeger heeft plaats gemaakt voor de begeleiding van het opgroeiende kind in alle facetten die tot menswording bijdragen; spelen, leren, creatief zijn, gelovig zijn, voor anderen open staan, samen leven, zelfstandigheid,  verantwoordelijkheid, sociale rechtvaardigheid enzovoort.

Essentieel is dat we uitgaan van de leefwereld van het kind. Van daaruit gaan we met de kinderen op een speelse manier in gesprek, waarbij we proberen de eigenheid en verschillen van elkaar en elkaars meningen te accepteren en te respecteren.

Verder plaatsen we zoveel mogelijk geloofsvragen in onze tijd en onze maatschappij, zodat kinderen ook ervaren wat ze hiermee in de praktijk kunnen doen.

We willen hiermee bereiken dat kinderen leren ‘geloven’ te zien als een levenshouding. ‘Geloven’ is niet voor niets een werkwoord.

Catechese (9)
Catechese (8)

Het verhaal van de schoolpastor anno 2002; Sint Jozefschool 90 jaar katholiek onderwijs in Achterveld.

Catechese (1)
Catechese (5)
Catechese (6)
Catechese (7)

Guus Timmerman, schoolpastor vanaf september 1996

Aan het eind van een winterdag fiets ik door het dorp. Het begint al donker te worden. Twee jongens rijden op skelters over straat. Ze hebben allebei een zelfgemaakt geweer in de hand. “Ha, pastor Guus!”, roepen ze. Ik vorm met m’n hand een pistool en schiet. ‘Hé, dat kan niet: u bent tegen geweld!’, reageren ze verontwaardigd…

Aan mij de vraag: Hoe ervaar jij het katholiek onderwijs op de Sint Jozefschool? En: Hoe zie jij de toekomst van het katholiek onderwijs in Achterveld? In antwoord op de eerste vraag: Ik ervaar de Sint Jozefschool als een waarde(n)volle, vierende en geëngageerde school. Ik kom er graag. In antwoord op de tweede vraag: Ik geloof er in, maar heb er twijfels bij.

Ik ervaar de Sint Jozefschool als een waardevolle school. Ik zie het voor m’n ogen gebeuren, ik hoor het van ouders, ik lees het in rapporten. Er wordt goed onderwijs gegeven, de sfeer is prima, veel ouders zijn betrokken bij wat er op school gebeurt. Het kan natuurlijk altijd beter, en het team werkt eraan.

Het is ook een waarden-volle school. Er is aandacht voor hoe we met elkaar omgaan: de kinderen onderling en volwassenen en kinderen met elkaar. Hoe je met geweld omgaat, bijvoorbeeld, waarvoor je leert, of je rekening houdt met een ander. Er is aandacht voor levensvragen, uitdrukkelijk in de catechese, maar ook tussendoor. We proberen kinderen ook kritisch te maken ten opzichte van wat als vanzelfsprekend is gaan gelden. Het kan in de wereld altijd beter en in veel gevallen moet het ook beter, eerlijker, rechtvaardiger.

Op de dag dat Lara een nieuwe lever krijgt, spreekt de juffrouw van haar klas mij aan. Ze wil graag met de kinderen bidden voor Lara en vraagt mij daar bij te zijn. We gaan naar de gymzaal en gaan in een grote kring op de grond zitten. Midden in de kring brandt een kaars. Elk kind dat durft en wil, spreekt uit wat zij of hij Lara toewenst. We doen alsof we al die wensen in het midden van de kring leggen. Als er aan het eind een grote berg goede wensen ligt, nodig ik de kinderen uit al die wensen omhoog te gooien. God vangt ze op…

Ik ervaar de Sint Jozefschool als een vierende school. Er is aandacht voor verjaardagen en jubilea en voor wat kinderen en leerkrachten thuis of elders meemaken. Dat gebeurt in de klas tijdens het kringgesprek of in de voorbede voordat de dag begint. En tijdens de pauze als jarige Jobs de juffen en meesters langs gaan met een traktatie. Er wordt gevierd in de Sterrenshows in de gemeenschapsruimte, in de schoolvieringen met Kerstmis en op Witte Donderdag in de kerk – ook een gemeenschapsruimte. Er wordt gevierd op vreugdevolle momenten, maar ook op verdrietige momenten. Het vorige schooljaar wel heel indringend toen we afscheid moesten nemen van Mark… We vieren niet alleen de levenskracht in (jonge) mensen, maar ook de kwetsbaarheid van mensen – oud en jong. We vieren ook onze idealen, dromen en wensen.

Op een keer vertelde ik in de klas het verhaal van Franciscus van Assisi. Over hoe hij een stem hoort: “herbouw mijn kerk” en aan de slag gaat om kerkjes te restaureren. Hoe hij vervolgens een bedelaar ontmoet en dan begrijpt dat het niet zijn opdracht is voor de sténen te zorgen, maar voor de ménsen die de kerk vormen. Als we erover praten, zegt Danny: “Ik vind het toch wel goed dat Franciscus kerken restaureerde, want als je dat niet doet en zo’n kerk stort in terwijl er mensen binnen zijn, dan is dat ook niet goed…” Als ik thuis kom, hoor ik op de radio dat er in Assisi een aardbeving is geweest. De kerk die aan Franciscus is gewijd, is zwaar beschadigd. Brokstukken van muren en plafond zijn naar beneden gekomen. De fresco’s van Giotto zijn zwaar beschadigd. Gelukkig zijn er geen mensen getroffen…

Ik ervaar de Sint Jozefschool als een geëngageerde school: niet alleen de binnenwereld van de school telt, maar ook wat er verder in de wereld gebeurt. Bij kinderen thuis, maar ook in het dorp en in de hele wijde wereld. Kledingstukken en batterijen worden ingezameld, milieuprojecten worden gedaan. Het vorige schooljaar jaar werd er meegeleefd met de door de MKZ-crisis getroffen boeren en bood de school ouders de gelegenheid onder deskundige begeleiding met elkaar te praten over omgaan met schokkende gebeurtenissen. In de catechese hebben we aandacht besteed aan de islam en een moskee bezocht waarvoor we ook ouders uitnodigden. Elk jaar in april/mei wordt groep 7 betrokken bij het beeldje Bijna Vrij in de tuin van de kerk en zo bij de herdenking van de Tweede Wereldoorlog en bij het goed van vrijheid. Elk jaar ook hebben we in de Veertigdagentijd een Vastenactieproject: voor India bijvoorbeeld, of Irian Jaya, of Oeganda. Mij staat nog helder voor de geest de sponsorloop voor Kenia, waarvoor ik met een ratel – niet met een pistool! – het startsein mocht geven. En dat pater Willem Klaver toen zelf het enorme bedrag in ontvangst kwam nemen.

Toen ik op de Sint Jozefschool kwam werken, maakte ik eerst met alle klassen kennis. Daarbij vertelde ik wat een pastor allemaal doet. Na een kwartier vertellen over voorgaan in vieringen, mensen bezoeken, vergaderen met werkgroepen, begrafenissen leiden, enzovoort, vraagt een kind: “En wat voor werk doet u…?” Na afloop stelt de juffrouw me gerust: “Ze kunnen zich ook niet voorstellen dat ik m’n geld verdien door hen werkjes op te geven”.

Een waarde(n)volle, een vierende, een geëngageerde school dus. Is dat een katholieke school? Zeker, een goede katholieke school is altijd een waarde(n)volle, een vierende, een geëngageerde school. Zijn andere scholen dat dan niet? Dat kan best, maar een katholieke is dat in ieder geval. Maar wat maakt de Sint Jozefschool nou tot een katholieke, in plaats van een openbare, een protestants-christelijke of bijvoorbeeld een Montessori school? In ieder geval dat er catechese wordt gegeven vanuit een katholieke levensbeschouwing, dat een van de pastores van de parochie er regelmatig komt, dat een deel van de voorbereiding op de Eerste Communie op school gebeurt, dat het catecheseproject in de Veertigdagentijd wordt afgestemd op de Vastenactie in de parochie. Maar dat niet alleen dus.

De catechese gebeurt niet meer aan de hand van een catechismus. Die is in de jaren zestig/zeventig van school gestuurd. Kinderen hoeven niet meer korte samenvattingen van de geloofsleer uit hun hoofd te leren in de vorm van vraag en antwoord: “Waartoe zijn wij op aarde?” – “Om God te dienen en daardoor hier en hiernamaals gelukkig te zijn”. Catechese gebeurt ook niet meer aan de hand van de Revenbergmethode waarmee vóór mij pastor Han van Hattum werkte. Die methode gaat er te vanzelfsprekend vanuit dat elk kind gevoelig is voor religie. Dat is allang niet meer het geval. Voor een aantal kinderen zijn bijbelverhalen onzin, bestaat God niet en is de kerk een volkomen onbekend iets.

En toch zijn de catecheselessen er ook voor hen. Sinds een paar jaar gebruiken we de Regenboogmethode. Er is, afwisselend en door elkaar heen, aandacht voor de eigen ervaringen van kinderen, bijbelverhalen, kerk-zijn, maatschappelijke vraagstukken en andere godsdiensten en levensbeschouwingen. Voorbeelden van de projecten zijn: Van herfstboom tot lichtboom, Baas boven baas, Ben jij wel eens bang? en Droomverhalen.

De catecheseles wordt de ene week door mij gegeven en de andere week door de leerkracht. Zo kan wat in de catechese aan de orde komt, ook in de rest van de week doorwerken, en andersom. In de kleuterklassen kom ik maar af en toe. Ik breng concrete dingen mee die ik kan laten zien: een adventskrans, een bidbankje of een paaskaars in ’t klein. Verhalen vertel ik uit de Kijkbijbel. Ik probeer dicht bij de hun vertrouwde wereld te blijven. Kleuters vinden het geweldig dat “de pastor” komt. In de middenbouw vertel ik veel verhalen. In groep 3 worden ze verwerkt door tekenen en kleuren. In groep 4 kunnen we er al wat meer op door praten. Soms probeer ik zo’n verhaal met ze te dansen of te spelen. In groep 4 tot 6 kan ik wat meer ingaan op de samenhang tussen bijvoorbeeld een feest, een verhaal en symbolen. Op deze leeftijd krijgen kinderen belangstelling voor gebruiken en voor normen, ook van andere godsdiensten. Bovenbouwers geloven het allemaal niet meer zomaar: het scheppingsverhaal, dat is toch zeker niet waar; de wereld is immers ontstaan uit een grote knal en wij stammen van de apen af. Aan de andere kant kunnen bij hen levensvragen en morele kwesties worden besproken. Ze willen daarin hun eigen standpunt bepalen. En dat stimuleren we.

Op het schoolkamp van 1999 vertelde ik na de nachtwandeling een verhaal over Kleine Ster aan de bovenbouw. Na afloop lopen twee kinderen met elkaar op naar hun tent. Zegt het ene: “Zag je dat: de pastor vertelde het hele verhaal uit zijn hoofd!” Zegt het andere: “Een pastor kan alles!” Op het schoolkamp van 2001 voetbalde ik mee. Zegt een van de jongens: “De pastor kan best goed voetballen… voor een pastor!”

Nu die tweede vraag: Hoe zie jij de toekomst van het katholiek onderwijs in Achterveld? Zoals ik al schreef: Ik geloof er in, maar heb er twijfels bij. Ik geloof in persoonlijke, maatschappelijke en beroepsmatige vorming van kinderen vanuit een katholieke visie op mens en wereld. Contouren van die visie zijn:

  • elke persoon is de moeite waard
  • mensen zijn geen op zichzelf staande individuen, maar verbonden met elkaar
  • belemmeringen om menswaardig te leven liggen niet alleen buiten mij, maar ook in mij
  • als kinderen van God zijn we geroepen om gerechtigheid te doen en solidair te zijn met zwakkeren en verdrukten
  • als mens staan we uit naar een mysterie, een werkelijkheid die onze grenzen overstijgt

Vanuit zo’n visie zijn aandacht voor elk kind persoonlijk, ontwikkeling van talenten, rekening houden met de eigen mogelijkheden en beperkingen en het bieden van geborgenheid en veiligheid vanzelfsprekend. Er is oog voor de gehele mens in alle dimensies van het leven en extra zorg voor wie dreigt achter te blijven. Naast zelfstandig werken en competitie worden ook samenwerking en verantwoordelijkheid voor anderen aangemoedigd. Men gaat niet gemakkelijk mee in een al te eenzijdige nadruk op kennisoverdracht of leerprestaties. Aan kinderen wordt ook ervaringen van gemeenschap meegegeven.

Dwaas vraagt aan Franciscus: “Weet jij wat katholiek onderwijs is?” – “Ik heb altijd een hekel gehad aan school. Teveel boeken maken nog geen goed mens van je”. – “Dus katholiek onderwijs is eigenlijk een onmogelijkheid?” – “Och, alles kan doordrongen zijn van een katholieke geest”. – “Ook rekenen?” – “Ook rekenen. Als je kinderen sommen geeft, leer ze dan niet hoeveel winst ze kunnen maken, maar hoeveel ze nog kunnen weggeven. En als je ze geschiedenis geeft, vertel ze dan niet alleen over koningen, maar ook over de armen, met wier bloed en zweet hun paleizen zijn gebouwd. Leer de kinderen genieten van Gods schepping. Vertel ze verhalen, speel poppenkast. Het stimuleert hun verbeelding voor een nieuwe toekomst. En vertel ze vooral zich geen zorgen te maken voor de dag van morgen”. – “Dus alles kan doordrongen zijn van een katholieke geest?” – “Ja”. – “Ook een suikerklontje?” – “Ja”. – “Hoe dan?” – “Als je het in de koffie doet, dan sterft het als klontje, om te verrijzen als zoetstof voor jou. Heel het Christusmysterie komt er in tot uiting”. – “Oh”. – “Het katholiek onderwijs doet geen andere dingen, maar ze doet de dingen anders” ( uit een verhaal van Peter Vermaat).

Maar ik heb ook twijfels. De tijd is allang voorbij dat katholieke scholen nodig waren ter emancipatie van het achtergestelde en achtergebleven katholieke volksdeel van Nederland. Gelukkig. Katholieke scholen hoeven niet meer te functioneren als bescherming van katholieken tegen de veranderingen van de moderne tijd. Godzijdank. Katholieke scholen kunnen wel een bijzondere opdracht vervullen. Namelijk kinderen vanuit een katholieke visie op mens en wereld te helpen een levensbeschouwelijke en morele identiteit te ontwikkelen. Die visie wordt gevoed door Schrift en traditie, onder woorden gebracht in de kerkelijke leer en geleefd – hoe gebrekkig ook – in de geloofsgemeenschap.

Om me heen zie ik dat die katholieke visie steeds minder telt. Sowieso worden levensbeschouwing en moraal steeds meer naar het privé-domein gedrongen. Waarin je gelooft, waardoor je je laat inspireren, waarop je hoopt, wat je denkt over goed en kwaad maak je zelf maar uit, maar we vallen elkaar er niet mee lastig op straat, op kantoor, in het ziekenhuis of op school. Dat publieke domein wordt steeds meer gedomineerd door de economie – alles wat een prijs in euro’s heeft en waaraan verdiend kan worden. Het katholiek onderwijs heeft toekomst als leerkrachten, ouders en schoolleiders:

  1. het katholiek-zijn voor zichzelf als waardevol ervaren en bereid zijn die bezieling en inspiratie met elkaar te delen
  2. vinden dat een school een godsdienstige identiteit mag stimuleren ook bij kinderen die er zelf – of hun ouders – niet om vragen en
  3. als school een betrokkenheid van de parochie op prijs stellen.

Voordat dat misverstanden op roept: ik bedoel niet dat leerkrachten elke zondag in de kerk moeten zitten, aan kinderen het katholieke geloof moet worden opgelegd en de school dienstbaar moet zijn aan de kerk. Die tijd is – gelukkig – voorbij.

We leren kinderen rekenen, lezen en schrijven, we stimuleren de ontwikkeling van moreel besef en we dagen kinderen uit een eigen godsdienstige identiteit te ontwikkelen. We doen dat in een kritische oriëntatie aan de katholieke visie op mens en wereld. De parochie helpt daar bij. Dat alles in een veilige en uitnodigende omgeving: dat is de opdracht van een katholieke school. Ik geloof er in, maar het hangt niet alleen van mij af – en dat is maar goed ook!

De mier en de eekhoorn kregen les van de zwaan. Het was de tweede les, maar van de eerste les hadden zij niets onthouden. “Vandaag” , zei de zwaan, “zal ik het hebben over voorbij”. Dat vonden de mier en de eekhoorn een goed idee, want daar wisten zij weinig van. De zwaan trok een ernstig gezicht en zei: “Alles gaat voorbij”. “Hoeveel lessen zijn er eigenlijk” , vroeg de eekhoorn. “Ik weet het niet”, zei de zwaan, “Ik heb ze nooit geteld” (uit een verhaal van Toon Tellegen).

Neem contact met ons op

Stuur ons een bericht en we nemen zo snel mogelijk contact met je op!

Not readable? Change text. captcha txt