Geschiedenis van het katholiek onderwijs te Achterveld

Oud Jozef (3)
Oud Jozef (6)
Oud Jozef (5)
Oud Jozef (4)
Oud Jozef (2)
Oud Jozef (1)
Oud Hummeltjeshonk 1
Oud Hummeltjeshonk 2

‘Toen was geluk nog heel gewoon’

BRON; jubileumboek 90-jarig bestaan
Katholiek Onderwijs Achterveld.

“Die jeugd van tegenwoordig”
“Vroeger, toen was het wel anders”
“Dat hoefde ik vroeger niet te doen of te zeggen”
“Vroeger …..”

Was het vroeger werkelijk allemaal zo goed, of romantiseren we onze gedachten graag? De verhalen van “slaag met een latje”, “een borstel naar je hoofd als je niet oplette” en “ga de tuin maar doen, je snapt het toch niet” zijn ons bekend.

Duidelijk is dat we in een andere tijd leven, een tijd met veel veranderingen, met kinderen die een stuk mondiger (moeten) zijn.

Gelukkig horen we ouders (een groot aantal zelf oud-leerling van de St. Jozefschool) vaak zeggen: “Wat leuk, ik wou dat ik nu op school zat”.
Maar je herinneringen zijn dierbaar en dat is goed.
Daarom een terugblik op het verleden.

Meestal is het erg moeilijk een geschiedenis te beschrijven.
Archieven ontbreken of zijn onvolledig.
Zo kwamen we er niet achter wanneer de naam “St. Joseph” veranderde in “St. Jozef”. Gekker nog, bij het ministerie staan we ingeschreven als “St. Josef”.
Een menselijke fout, of een compromis?

Vooral dankzij onderzoek en gegevens van dhr. J.M. Schouten was het voor de samenstellers van dit verhaal een stuk eenvoudiger.

De eerste geschiedenis van het katholieke onderwijs in Achterveld en omstreken gaat terug naar 1791. Veel is er niet over bekend, maar het schijnt dat er in de gemeente Stoutenburg een Roomse bijschool was.

Rond 1900 gingen alle Achterveldse kinderen naar de openbare scholen in De Glind of Stoutenburg. Zeker is dat op 14 januari 1873 (al 39 jaar voor oprichting) een schoolfonds werd gestart om aan een eventuele behoefte van een Rooms Katholieke school te kunnen voldoen.

De toenmalige bestaande, neutrale school werd bekostigd door de overheid. Maar deze school zorgde niet voor positief-christelijk onderwijs, vond men. Sterker nog: netelige kwesties waarbij de godsdienstige verschillen een rol speelden, moesten worden vermeden. Voor bijzondere scholen werd geen overheidsgeld beschikbaar gesteld.

De soms hevige schoolstrijd, die bijna honderd jaar duurde, zorgde ervoor dat in 1889 ervoor het eerst een staatssubsidie kwam. Dit was nog maar één derde van de kosten, maar het was wel een verlichting. De volledige gelijkstelling van subsidie werd bij de grondwetsherziening verkregen in 1917.

De katholieken juichten, want daardoor werd het mogelijk om degelijk, op katholieke beginselen gebaseerd onderwijs te kunnen geven.

Op 1 november 1891 kocht het kerkbestuur de boerderij van Gradus van Esveld met de bedoeling een bewaar- naai- en breischool mogelijk te maken. Al dan niet geschonken effecten, certificaten, coupons, aandelen, obligaties, liefdegiften en nalatenschappen maakten een en ander mogelijk.

Het duurt tot 1895 tot de overeenkomst met de Zusters ter Congregatie van de H. Joseph te Amersfoort, voor de bewaar- naai- en breischool werd getekend.

Voor f 6.198,- werden twee schoollokalen gebouwd.
Precies op tijd, want op 7 juli 1900 werden ouders, voogden en verzorgers verplicht zorg te dragen voor onderwijs, zodra het kind zeven jaar werd.
Op zesjarige leeftijd mocht het kind al naar school.
De leerplicht eindigde, als het kind vijftien jaar werd.

Op 13 april 1910 vinden we de eerste bewijzen van concrete plannen om katholiek onderwijs in Achterveld mogelijk te maken.
Dat dit serieus is, lezen we in 1912 in de notulen van de gemeenteraad van Stoutenburg waar geschreven wordt over:

eener bijzondere (Rooms Katholieke) school te Achteveld.

Geschiedenis onderwijs (1)
Geschiedenis onderwijs (9)
Geschiedenis onderwijs (6)

De gemeente Leusden bestond uit de kernen:

  • Hamersveld (in 1970, een jaar na de fusie, is de naam vervangen door Leusden-Centrum) en
  • Leusbroek (nu Leusden-Zuid).

Samen met de gemeente Stoutenburg, die bestond uit de dorpen Achterveld en Stoutenburg, vormde dit later (1969) de gemeente Leusden.

In de twee gemeenten, werden los van elkaar en op ongelijke tijden, katholieke scholen opgericht. In Hamersveld (1898) en Achterveld (1912), hadden ze allebei een eigen bestuur en leerlingen uit de eigen dorpen. Tegenwoordig zijn er in de gemeente Leusden hierdoor twee katholieke schoolbesturen, die hun eigen scholen leiden.

Nu komen we bij het allereerste begin van de huidige school. Op 12 september 1912 (de datum die terug te vinden is op de gedenksteen) vond in De Roskam de aanbesteding plaats voor het bouwen van een schoolgebouw. Dit moest bestaan uit drie lokalen, met gang, privaten en bijkomende werken. Het werk werd al op 14 september aan de laagste inschrijver, de Gebr. Kroon uit Barneveld, voor f 10.485,- gegund.

“De bouwers verrichtten goed werk.
Graafwerk werd uitgevoerd tot de vereischte diepte, specie werd gemengd waar de opzichter bijstond, spijkers van behoorlijke lengte en zwaarte, zoo noodig bouten en schroeven werden gebruikt, de steenen waren de beste in hun soort, Waalvorm, helder klinkend, goed gevormd, zonder roest- of brandlagen, het timmerhout was gewaterd, vrij van spint, wankanten of kwade kwasten en op het werk werd geen sterken drank gebruikt, zodat beschonken werklieden niet voorkwamen.”

Door dit alles kon het in 1913 echt van start.
De lagere school nam het katholiek onderwijs in handen. Van de bewaar- naai- en breischool gingen alle katholieke kinderen over naar de lagere school.

Op 14 januari van dit jaar werd via de pers de benoeming van de eerste bovenmeester, dhr. Thanhauser, bekend gemaakt en de eerste leerlingenlijst (gedateerd op 15 januari 1913 t/m 14 januari 1914) omvatte 103 leerlingen.

Als de Gebr. Van Nimwegen, metselaars te Achterveld, op 23 october 1913 starten met de bovenmeesterswoning (een burgerwoning met daaraan verbonden een catechismuskamer) is alles compleet.

Dik honderd jaar geleden werkten alleen maar mannen op de lagere scholen. Het beroep was populair. Lesgeven betekende voor jongens uit eenvoudige milieus de enige mogelijkheid tot sociale stijging.

Vrouwen werkten alleen op meisjesscholen en kinderbewaarplaatsen. In de onderwijswet van 1878 werd handwerken een verplicht vak voor meisjes en dat betekende dat op elke lagere school minstens één vrouw werkte, want mannen deden dat in die tijd natuurlijk niet. Dat was het begin van een nieuwe ontwikkeling, maar de (mannelijke) makers van de onderwijswet van 1878 zorgden ervoor dat de positie van de onderwijzers stevig bleef. Dat gebeurde via artikel 25. Daarin stond beschreven dat vrouwen bij voorkeur in de laagste klassen dienden les te geven en mannen in de hoogste.  Als legitimatie werd “een natuurlijk sekseverschil” aangevoerd.

Geschiedenis onderwijs (4)
Geschiedenis onderwijs (5)
OLYMPUS DIGITAL CAMERA

De “liefdevolle, zorgende natuur” maakte vrouwen geschikt de kleintjes onder hun hoede te nemen. Oudere kinderen hadden “meer discipline en leiding” nodig. De voorkeur werd al snel gewoonte en artikel 25 had grote gevolgen. Vrouwelijke onderwijzers kwamen daardoor nooit in aanmerking voor een directiefunctie (ze misten daarvoor immers de capaciteiten). En ze verdienden een lager salaris.

Ook in de onderwijswet van 1920 bleef artikel 25 staan.
Het duurde zelfs tot 1985 (!) voor het werd geschrapt.
In 1925 kwam er nog een wetje bij, dat bepaalde dat onderwijzeressen werden ontslagen zodra ze in het huwelijk traden.
Die wet werd pas rond 1955 afgeschaft.
Na die tijd volgde gewoon ontslag als je kinderen kreeg.
Wel werd salaris in 1920 in plaats van aan sekse, gekoppeld aan opleiding. Niet dat dat veel effect had want er kwam een lagere bevoegdheid voor degenen die werkten met de jongste leerlingen.
Veel vrouwen namen ook de moeite niet om de hoofdakte te halen.

Terug naar onze plaatselijke geschiedenis.
Het moet zo rond 1918 geweest zijn, dat het oude gesticht tegen de vlakte ging en “Huize St. Jozef” werd gebouwd. Een halve benedenzaal werd toen: ‘de nieuwe bewaarschool’.

Inmiddels liep het leerlingenaantal van de Sint Josephschool gestaag op. Zo waren er in 1915 al 120 schoolgaande kinderen en in 1917 totaal 131.
In 1920 werd de school dan ook te klein en er werd besloten tot: “het vergrooten der school met twee lokalen. In 1923 eischt de uitbreiding van het getal leerlingen wederom uitbreiding, nu met één klaslokaal.”
Het verzoek aan de gemeente Stoutenburg werd in eerste instantie uit bezuinigingsoogpunt (waar hebben we dat meer gehoord in het onderwijs?) afgewezen, omdat een ongebruikt lokaal van de openbare school beschikbaar was. Deze afwijzing kreeg een aardig staartje.

“Twee onderwijzeressen in één lokaal dat opgepropt zit met kinderen, zoodat men dezen winter niet zal weten waar de kachel te plaatsen, zou het gevolg zijn. Een hevige strijd met diverse leelijke beweringen, volgde.”

Nadat de inspecteur bezwaar had gemaakt, omdat de scholen te ver uit elkaar kwamen te liggen, stelden B & W het gevraagde bedrag alsnog ter beschikking, waardoor het extra lokaal er toch nog kwam.

Hier bleef het echter niet bij, want in 1929 werden wederom twee lokalen aangebouwd.

Bewaarschool, fröbelschool, kleuterschool; in 1966 begonnen de serieuze plannen voor het eigen gebouw van de kleuterschool. Twee jaar later, in 1968 vond de aanbesteding plaats voor een drie-klassige kleuterschool, waarvan de bouw vervolgens op 30 mei 1969, voor de somma van f 200.000,- startte. Het kreeg de naam “Hummeltjeshonk” en werd op zaterdag 26 september 1970 feestelijk in gebruik genomen. De zusters hadden inmiddels plaats gemaakt voor kleuterleidsters, die nog korte tijd in Huize St. Jozef werkten.

In 1969 had Achterveld ook nog een school voor Voortgezet Lager Onderwijs in de “Ouwe Peerdestal”, achter de Roskam. De school heeft slechts twee jaar stand gehouden, omdat er vanwege de onderwijsvernieuwingen, gekozen werd voor een andere schoolopzet.

Geschiedenis onderwijs (7)
Geschiedenis onderwijs (8)
Geschiedenis onderwijs (3)

We komen aan in het jaar 1971.
Mede door de komst van de Mammoetwet veranderde er veel in het onderwijs. Het kind werd niet meer “volgepropt” met kennis. Kinderen moesten naar aanleg, bekwaamheid en persoonlijkheid kunnen studeren. Ieders talent moest ontwikkeld worden. Nieuwe onderwijsleermethoden, inspraak van de ouders met als logisch gevolg de oprichting van de eerste oudervereniging, losse tafeltjes en stoelen, vernieuwde materialen voor handenarbeid en expressie, schoolradio, bandrecorder, pick-up enz. zijn hiervan goede voorbeelden. Het gemiddelde aantal kinderen per leerkracht (292 leerlingen op 9 leerkrachten; ongeveer 32 à 33 per klas) was nog wel een probleem.

Door de school te splitsen in twee scholen werd het mogelijk een extra leerkracht aan te stellen. Mede hierdoor werd het misschien mogelijk op langere termijn een nieuw schoolgebouw te krijgen.

Het in gebruik zijnde gebouw vertoont inmiddels ernstige gebreken en kan de toename van de leerlingen niet meer verwerken. Leerlingen moeten gebruik maken van twee minder geschikte lokalen, die een dependance vormen achter de Roskam. Een nieuw gebouw en het blijven gebruiken van de “betere” lokalen moesten de oplossing bieden.

Zo ontstonden op 14 augustus 1971 twee katholieke scholen, “St. Jozef” en “Onze Wereld”. De twee scholen werden wel in hetzelfde gebouw ondergebracht. De vijfde school in Achterveld was een feit want in 1972 had zich, naast de kleuter- en P.C. school, ook de openbare school ’t Startblok, in Achterveld gevestigd.

Wat in 1971 was ingezet, werd in 1974 een feit.
Op 15 augustus van dat jaar trokken kinderen in optocht, met allerlei soorten muziekinstrumenten, door het dorp. Ruim daarvoor hadden ze al met versierde scheppen, mee mogen werken aan het graafwerk van hun eigen nieuwe klaslokaal. Met bossen bloemen namen ze afscheid van de oude lokalen en gebouwen. Het lokaal achter de Roskam, de vroegere paardenstal, de lokalen naast de kerk en nog een noodlokaal werden verlaten en ingeruild voor een gloednieuw, kleurig versierde school “Onze Wereld” aan de Walter van Amersfoortstraat.

Pas op 22 januari 1975 volgde de officiële opening.
Na diverse toespraken en een kindermusical volgden de openingshandelingen door de burgemeester mr. A.H. van der Post.
Hij onthulde onder andere een beeldje van een paard, verwijzend naar het agrarische karakter van Achterveld.

Een grote hindernis was hiermee door het schoolbestuur overwonnen. Maar de volgende hindernis stond al weer klaar. De achtergebleven St. Jozefschool zat nog steeds in het oude, niet meer van die tijd zijnde gebouw. Ook daar moest een oplossing voor gevonden worden. Op de voorlaatste dag van het jaar 1976 kwam die oplossing in zicht. De gemeente kocht een nieuw stuk grond voor scholen- en huizenbouw aan de huidige Jan van Arkelweg. Een half jaartje later (31 mei 1977) was er al een feestelijk begin van de nieuwbouw. St. Jozef en ’t Startblok kregen een gezamenlijk, nieuw onderdak. Wel moesten ze nog even wachten tot 26 mei 1978. Toen werd het nieuwe gebouw van beide scholen geopend door de burgemeester, de heer Rademakers.

Hiermee was het oude gebouw van de St. Josephschool leeg gekomen. Afbreken was de belangrijkste optie, maar daar kwamen de Achtervelders tegen in opstand. Het gebouw bepaalde een stukje van het gezicht van Achterveld en er was een hoge accommodatie nood. Na een verbouwing bleef het gebouw bestaan en werd toegewezen aan het verenigingsleven en is inmiddels officieel een monument geworden. De nieuwe naam “Moespot” herinnerde aan de “bouw” pastoor Martinus Moes en aan de plaatselijke “Melkmoespot”.

Geschiedenis onderwijs (14)
Geschiedenis onderwijs (2)
Geschiedenis onderwijs (10)

Al bij de opening van de nieuwe St. Jozefschool werd de vrees uitgesproken dat het leerlingenaantal sterk terug kon lopen. De vrees was niet onterecht, dat bleek al snel.

De twee Roomse Katholieke scholen “St. Jozef” en “Onze Wereld” moesten in augustus 1983 weer fuseren. Alle leerlingen van de Jan van Arkelweg verhuisden naar de Walter van Amersfoortstraat. De terugloop van het aantal kinderen was een landelijk verschijnsel, waar niets tegen te doen was. Zo kwamen de Rooms Katholieke kleuterschool “Hummeltjeshonk” en de Rooms Katholieke lagere school vlak naast elkaar te staan.

Dit bleek een bijkomend voordeel, omdat de komst van de basisschool in 1985 een feit werd. Door integratie van de kleuterschool en de basisschool werd een betere doorstroming mogelijk. De klassen verdwenen en de groepen verschenen. De eerste jaren bleven de eigen gebouwen behouden. Maar na een grondige verbouwing in 1988, waarbij onder andere de patio werd overkapt en een speellokaal werd ingericht, verlieten ook de kleuters “Hummeltjeshonk” om definitief in te trekken bij de grotere broer. Het huidige gebouw met zijn huidige bezetting was een feit.

Tot op heden zijn er nog meer grote veranderingen geweest, we blijven actief. In 1986 al kwamen bijvoorbeeld de eerste MSX computers de school binnen. Dit kon, mede dankzij de gemeente en een gift van één de ouders. Een begin waarvan het einde nog niet in zicht is. Diverse onderwijsvernieuwingen, jubilea, opknapbeurten van gebouw en speelplaats, de grootse viering van het 75-jarig jubileum, de aanbouw (in eigen beheer en op eigen kosten) van een extra lokaal, de aanleg van een intern computer-netwerk en de vele groepen kinderen die kwamen en na acht, negen jaar de school weer verlieten richting Voortgezet Onderwijs, wederom een grootse jubileumviering in 2002 en 2012; het 90- en 100-jarig bestaan, de forse uitbreidingen van de school door verdere groei in 2004 (twee lokalen begane grond) en 2007 (twee lokalen op de school).

Vrolijke, maar ook hele trieste gebeurtenissen waren er. Te veel om op te noemen.
Tot slot van dit verhaal willen we alle mensen die zich in het verleden hebben ingezet voor het Katholieke onderwijs in Achterveld (en dat zijn er veel, zoals uit dit hoofdstuk blijkt) bedanken voor hun geweldige inzet. Ze hebben de school gemaakt tot wat het nu is. Een levendige, fijne school met toekomst.
Het is een geschiedenis waar nog lang geen eind aan is!

Neem contact met ons op

Stuur ons een bericht en we nemen zo snel mogelijk contact met je op!

Not readable? Change text. captcha txt